Sleutel tussen je vingers, haarlak meenemen, vermijd afgelegen steegjes, bel een vriend/vriendin als je aan het lopen bent, vermijd rustige plekken in de nacht. Dit zijn allemaal voorzorgsmaatregelen die vrouwen te horen krijgen en nemen om ‘veilig’ naar huis te lopen in de avond. Helaas werken ze niet altijd. Zie maar de moord op Sarah Everard. Ze nam alle voorzorgsmaatregelen die ze kon nemen en toch werd ze dood gevonden. Met als hoofdverdachte een politieagent.
Het verhaal van de moord op Sarah Everard (33) heeft veel losgemaakt bij vrouwen over de hele wereld, maar vooral in Londen. Everard liep ’s avonds na een bezoek aan een vriendin terug naar huis. Ze deed alles wat je moest doen als vrouw om zo veilig mogelijk over straat te lopen. Ze droeg lichte kleding en schoenen waarmee je weg kon rennen, ze had haar vriend gebeld en liep door grote en verlichte straten. Maar al deze maatregelen waren niet genoeg, want later werd haar lichaam gevonden in een bos ten oosten van Londen.
De moord op Everard heeft geleid tot een debat over veiligheid op straat in Groot-Brittannië. Dit debat focust zich niet alleen op de veiligheid van vrouwen, maar ook op de manier waarop vrouwen door mannen worden benaderd wanneer zij over straat lopen. Volgens activist Anna Birley, die ook de mars voor Everard organiseerde, moeten de straten veilig zijn voor vrouwen, wat ze ook dragen, waar ze ook wonen, of het nu dag of nacht is.
In Nederland laaide het debat over veiligheid op straat ook op naar aanleiding van de dood van Sarah. Volgens Marije Cornelissen van UN Women Nederland zag je dit ook gebeuren toen de 16-jarige Rotterdamse scholier Hümeyra werd vermoord. Iedere keer wordt zo’n daad gezien als een incident, terwijl geweld tegen vrouwen structureel geweld is.
Vrijwel alle Rotterdamse vrouwen tussen de 18 en 45 jaar zijn wel eens nagefloten, nagesist of op een andere manier (seksueel) benaderd door mannen, bleek in 2017 uit een onderzoek van de Erasmus Universiteit. Gemeenten hebben geprobeerd om straatintimidatie aan te pakken met een lokaal beleid. In 2017 stelden Amsterdam en Rotterdam een ‘sisverbod’ in. Met dit verbod werden sissen, uitschelden, naroepen, achternalopen en om seks vragen verboden. Dit was echter in de praktijk niet haalbaar. Het verbod zou namelijk tegen de vrijheid van meningsuiting werken en het verbod zelf zou te onduidelijk zijn over de vraag wat toelaatbaar gedrag is en wat niet.
Lokaal beleid is dus niet te handhaven, maar er is actie genomen om straatintimidatie aan te pakken op landelijk niveau. De Tweede Kamer is bezig met een nieuw wetsvoorstel. Deze wet is een verbeterde versie van het ‘sisverbod’ dat in Amsterdam en Rotterdam werd ingevoerd. In deze nieuwe wet wordt het verschil gemaakt tussen hoe de opmerking wordt opgevat en hoe deze wordt bedoeld. Ook kan de dader een gevangenisstraf van maximaal drie maanden of een boete van maximaal 8700 euro riskeren.
Hoewel een landelijk verbod een stap in de goede richting is, is het probleem daarmee nog lang niet opgelost. Slachtoffers kunnen te bang zijn om aangifte te doen bij de politie, of degene die een opmerking maakte is niet te identificeren. Om dit probleem op te lossen, is een verandering in gedrag en normen en waarden nodig, voor man en vrouw gelijk. Bewustwording van het probleem en hierop reageren kan het veiligheidsgevoel van vrouwen al sterk verbeterd worden. Houd bijvoorbeeld genoeg afstand tussen alleen lopende vrouwen en jijzelf of verander je route als deze erg overlapt met die van iemand anders.
Wat duidelijk is, is dat intimidatie op straat veranderd moet en kan worden. Dit kan echter alleen worden bereikt door een samenwerking tussen mannen en vrouwen.
Bronnen:
https://nos.nl/artikel/2372300-moord-op-britse-vrouw-leidt-tot-debat-over-veiligheid-op-straat.html
https://www.amnesty.nl/encyclopedie/vrouwen-vrouwenrechten-en-vrouwenverdrag