Angela de Boer is een 22-jarige masterstudent Forensische Criminologie die in de periode 2016-2017 de functie van Commissaris Activiteiten binnen CoDe heeft bekleed.Daarnaast heeft ze in 2018 een semester in Oslo gestudeerd en heeft zij vorig collegejaar zelf in de Alibicommissie gezeten. Het leek ons leuk om een interview met haar af te nemen om te horen waar zij zich momenteel mee bezighoudt én om erachter te komen wat haar plannen voor de toekomst zijn.
Hoe ben je bij de studie criminologie terecht gekomen?
“Ik vond dit onderwerp vanaf de middelbare school altijd al erg interessant, ik wist eerst alleen niet dat de studie criminologie bestond. Toen ben ik met mijn ouders bij politieopleidingen gaan kijken en via de decaan kwam ik uiteindelijk bij criminologie terecht. Ik was alleen niet meteen geplaatst bij de loting, dus toen had ik besloten om maar in Utrecht te gaan studeren. Helemaal aan het einde van de zomervakantie kreeg ik toch nog een berichtje dat ik was toegelaten bij criminologie, dus toen ging ik toch in Leiden studeren. Ik woonde toen al in Utrecht, dus ik moest het eerste jaar nog op en neer reizen. Dit was best wel vervelend met alle werkgroepen en feestjes.”
Waarom heb je besloten om bestuur te gaan doen?
“Ik ben eigenlijk overgehaald. Ik zat in mijn eerste jaar in het A-team (de formele activiteitencommissie) en toen hoorde ik iemand heel enthousiast over een bestuursjaar praten en dit leek mij zelf toen ook wel leuk. Na wat praten met bestuursleden van het Dertiende ben ik gaan solliciteren en toen ben ik het ook geworden. Verrassend genoeg heb ik ook nog best wel veel studiepunten gehaald tijden het bestuursjaar, tijdens de tentamenperiodes was het toch vaak erg rustig en omdat ik de vakken eigenlijk niet hoefde te halen zat er ook niet zo veel druk achter, wat wel fijn was.”
Na je bachelor ben je de master Forensische Criminologie gaan doen, waarom deze master?
“Deze master is in Leiden en dit sprak me aan. Het is al heel erg druk en ik moet er niet aan denken dat ik ook nog heel veel naar Amsterdam of Rotterdam heen en weer zou moeten reizen. Ik voelde ook niet heel erg de behoefte om nieuwe mensen te leren kennen, want de master is natuurlijk maar kort. Dus daarom heb ik ervoor gekozen om gewoon lekker in Leiden te blijven, met een beetje een bekende omgeving. Ook werkte ik als student-assistent bij het OIC (Onderwijs Informatie Centrum), dus het was gewoon veel gemakkelijker om hier te blijven.”
Waar hou je je naast de master mee bezig?
“Ik werkte dus bij het OIC, hier ben ik in januari 2019 mee begonnen toen ik terugkwam uit het buitenland. Ik was hier student-assistent en had allemaal algemene taakjes zoals het beantwoorden van mailtjes en telefoontjes, verklaringen maken en cijferlijsten opsturen. Ik ben hier nu mee gestopt omdat ik vanaf januari stage ga lopen.
Ook ben ik daarnaast nog politievrijwilliger. Dat houdt in dat ik bij grote evenementen en buurtpreventie kan worden ingezet, met uniform zonder wapen, om daar toezicht te houden en bijvoorbeeld eerste hulp te verlenen, indien nodig. Hier krijg ik niet voor betaald, maar ik heb wel een korte opleiding en een aantal trainingen gehad. Momenteel heb ik deze opleiding afgerond en zit ik in het coachingstraject, waarbij een coach een aantal diensten meeloopt om te kijken of het goed gaat. Ik vind het heel leuk om te doen, want je krijgt een soort inkijkje in hoe het er bij de politie aan toegaat.”
Wat heb je voor je bachelor scriptie gedaan?
“Ik vond het echt verschrikkelijk om te doen, gelukkig had ik een hele fijne begeleider die me heel goed heeft geholpen. Ik had mijn eerste keuze voor het onderwerp, ‘psychologie en psychiatrie in het strafrecht’, gekregen maar vond het toch lastig om een onderwerp te bedenken. Ik wilde het eerst doen over PTSS in het strafrecht, maar dit was veel te breed, toen ben ik het na een tip gaan doen over het battered woman syndrome. Dit was wat specifieker en dus een geschikter onderwerp. Het ging eigenlijk best wel mis bij mij, ik ben wel drie keer opnieuw begonnen en er zijn momenten geweest dat ik het bijna wilde opgeven, maar gelukkig werd ik heel erg gemotiveerd door mijn begeleider en heb ik mijn scriptie uiteindelijk met een 6,5 afgerond.”
Je bent nu bezig met de master, hoe gaat dat tot nu toe?
“Ik heb tot nu toe één vak (Misdaadanalyse) gehaald en het tweede vak (Criminalistiek) helaas niet, die moet ik in januari nog herkansen. Verder hebben we nog geen tentamens gehad dus dat is nog even afwachten. Het is wel echt heel druk, we hebben echt deadline na deadline en als je een weekje even niks doet merk je ook dat je meteen heel erg achterloopt, dus dat is wel pittig.”
Wat wil je na je studie gaan doen?
“Ik wil echt zo snel mogelijk klaar zijn met studeren. Ik heb geen zin meer in die constante druk dat je iets moet doen. Voor mijn scriptie ga ik stage lopen bij Justis, dit is een onderdeel van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Hier worden de aanvragen voor een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) beoordeeld voor mensen die een aantekening hebben in het Justitiële Documentatie Systeem. Hier ga ik vanaf januari twee dagen per week werken en twee dagen per week bezig met mijn scriptie over het aanvragen van een VOG voor lidmaatschap van een schietvereniging. Het is over het algemeen best wel veel stress om iets te vinden, dus ik ben blij dat ik dit kan gaan doen. Wie weet blijf ik daar dan na mijn studie wel hangen, of moet ik op zoek gaan naar iets anders.
Ook lijkt het me nog heel leuk om ooit de opleiding Recherchekunde of Politiekundige te gaan doen, maar ik heb dit jaar gesolliciteerd en ben helaas niet door de eerste ronde gekomen. Ik wil het wel blijven proberen, maar aan de andere kant betekent dat ook dat ik weer drie jaar moet gaan studeren. Dus ik zie wel waar ik op dat moment terecht ben gekomen en dan kan ik altijd nog beslissen om het wel of niet te doen.“
Heb je nog iets waarmee je dit interview wilt afsluiten?
“De lijfspreuk van mijn interview uit mijn bestuursjaar is nog steeds op mij van toepassing: ‘You can’t buy happiness, but you can buy wine and that’s kind of the same thing.’”