Het doortrainen met (ernstige) blessures, ongezond gewichtsverlies, intimidatie, vernederingen, beledigingen, manipulatie, chantage, isolatie en soms zelfs fysiek geweld blijken dagelijkse kost in de gymnastiekwereld. Verklaringen over intimidatie en manipulatie zijn niet nieuw in deze wereld, maar niet eerder zijn zulke schrijnende verhalen over misstanden in de turnhal op zo’n grote schaal naar buiten gebracht.
Het begon allemaal bij de Netflix-documentaire Athlete A die vorige zomer op Netflix verscheen. Deze documentaire gaat over misbruikschandalen rond de Amerikaanse sportarts Larry Nassar en leidde wereldwijd tot berichten over misstanden in de gymnastiekwereld. In de documentaire beschrijft oud-turnster Jennifer Say de omstandigheden waarin turnsters zich bevinden. “There were sexual predators everywhere. They were in my gym. The national team coach, Don Peters, was a known sexual abuser. They were everywhere across the country, and we knew who they were. But, more broadly, emotional and physical abuse was actually the norm, and we were all so beaten down by that and made so obedient. That, when we knew that there was a sexual abuser in our midst, we would never say anything. We felt utterly powerless”.
Vervolgens kwam daar de schuldbekentenis van turncoach Gerrit Beltman bij en dit leidde tot een stortvloed van beschuldigingen van (oud-)gymnasten, waarbij ook andere Nederlandse coaches niet buiten beeld bleven. Naar aanleiding van de maatschappelijke impact omtrent deze beschuldigingen, is in opdracht van de Koninklijke Nederlandse Gymnastiekunie (KNGU) een onderzoek uitgevoerd naar het grensoverschrijdend gedrag binnen de gymnastiekwereld, waarbij onder andere (oud-)sporters, bestuursleden, trainers zijn geïnterviewd. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in het Verinorm-rapport ‘Ongelijke leggers’. Voor dit onderzoek zijn 662 volwassen sporters en 2061 minderjarige sporters geïnterviewd naar de aard en mate waarin het grensoverschrijdend gedrag heeft plaatsgevonden.
In dit onderzoek kwam naar voren dat tot ongeveer 2007 de eerdere Oost-Europese trainingspraktijken in de turnsport een trainingscultuur met een harde aanpak nog veelal heerste, waarbij hedendaags ongepast gedrag als normaal werd beschouwd. Hierbij speelde het welbevinden van de desbetreffende sporter geen rol. Zo heeft volgens dit grootschalig gymsportonderzoek 66,6% van oud-sporters in diens carrière te maken gekregen met een of meerdere vormen van grensoverschrijdend gedrag. Van de (oud-)topsporters verklaarde zelfs 85% te maken gehad te hebben met ongepaste omgangsvormen. Van de (oud-)sporters die deel hebben genomen aan het onderzoek, heeft 7% van de volwassenen en 2% van de minderjarigen een melding gedaan van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Hierbij ging het veelal om gevoelens van ongemakkelijkheid bij aanrakingen. Twee respondenten verklaarden zelfs daadwerkelijk te zijn verkracht. Bij al deze vormen van grensoverschrijdend gedrag, zijn de trainers meestal de boosdoeners.
De bevindingen in het onderzoek leiden bij veel (oud-)turners tot een gevoel van geloofwaardigheid, zo ook bij oud-turnster Petra Witjes: “Eindelijk is bewezen dat wij als jonge meisjes jarenlang hebben geturnd in een onveilige en schadelijke omgeving, waarbij grensoverschrijdend gedrag de norm was. Al die jaren hebben wij ons moeten verantwoorden. We voelden onbegrip, er werd getwijfeld aan onze geloofwaardigheid en onze meldingen werden in de doofpot gestopt. Velen van ons zijn continu blootgesteld aan psychische en fysieke verwaarlozing, psychische en fysieke mishandeling, voortdurende angst, (machts)misbruik, isolatie van de buitenwereld en het negeren van blessures,wat een complex trauma bij ons heeft veroorzaakt. Eetstoornissen werden aangewakkerd en als kind konden wij geen identiteit ontwikkelen. Het ongewenste gedrag werd jarenlang in stand gehouden door een falend systeem. De schade is enorm.”
Uit het grootschalig onderzoek die de problematiek in de gymsport tot uiting brengt, volgen gelukkig al wel aanbevelingen om het sportklimaat te verbeteren. Zo wordt gepleit voor een ‘meerogen-principe’, waarbij een externe derde de trainer aan kan spreken wanneer een bepaalde gedragsgrens gepasseerd wordt. Daarnaast moeten verenigingen grensoverschrijdend gedrag bespreekbaar maken, door met trainers, ouders en (jonge) sporters in gesprek te gaan, waarbij het welzijn van de desbetreffende sporter centraal staat. Tot slot wordt gepleit voor een meer centraal systeem, waarin alle trainers onder contract staan bij de KNGU en de trainingsactiviteiten enkel worden uitgevoerd in door de KNGU erkende trainingscentra. Door middel van onder andere al deze aanbeveling ziet het ernaar uit dat we in de nabije toekomst een niet-grensoverschrijdende gymnastiekwereld kunnen realiseren.
Bronnen:
Documentaire Athlete A – Netflix